Verhalenhuis Belvedere
Verhalenhuis Belvédère is een plek waar kunst, cultuur en (persoonlijke) verhalen zo veel mogelijk mensen met elkaar en met de stad verbinden.
De verhalen presenteren we in de vorm van (foto)tentoonstellingen, (luister)voorstellingen, (stads)ontdekkingstochten, inspiratieprogramma’s, publicaties, evenementen én eet- en ontmoetprogramma’s zoals de Volkskeuken. De vorm is telkens anders, de werkwijze hetzelfde: gastvrij, positief, persoonlijk en inspirerend. Op locatie én op de thuisbasis.
De uitvalsbasis en thuisplek is een legendarisch pand in de wijk Katendrecht in Rotterdam – in 1894 al Belvédère geheten. Van grandcafé en danspaleis, bioscoop en worstelarena tot Griekse sage, atelier en wijkmuseum. Verhalenhuis Belvédère wil net als in het verleden een ontmoetingsplaats zijn voor bewoners en bezoekers.
Statistics
- in 1884 wordt met de bouw van het blok gestart en in 1894 is het hoekpand ingevuld: het heet ‘Bellevue’ – 178 m2
- 1895: het idyllische, groene polderdorp Katendrecht, waar vooraanstaande Rotterdamse families hun prachtige buitenverblijven hadden, wordt geannexeerd door de gemeente Rotterdam voor uitbreiding van haar haven; de Maashaven en de Rijnhaven worden gegraven en Katendrecht wordt een schiereiland met bijnaam ‘De Kaap’
- 1911: een grote zeeliedenstaking in Rotterdam en Amsterdam; om de staking te breken worden 500 Chinezen uit Engeland gehaald. De Chinezen werken hard en zijn goedkoop, er worden steeds meer Chinezen gehaald die voorts hun eigen boardinghouses, opiumkits, toko’s, wasserijen, speel- en eethuizen beginnen. Katendrecht wordt het eerste Chinatown van Europa
- 1915 -‘café-restaurant Belvédère’ verschijnt op de gevel (in plaats van Bellevue) eigenaar is Wouter den Ouden, getrouwd met Alida M. de Gruyl. Samen dreven zij meerdere café’s op Katendrecht, maar Belvédère was de eerste.
- jaren ’30 de muziektijd; harmoniefanfares en draaiorgels trekken de Kaap op en bovenal wordt dit dé jazztijd. Belvédère wordt de trots van de Kaap: nationale grootheden treden op tussen de kolommen van dancing Belvédère. Kid Dynamite, Teddy Cotton, Boy Edgar… De naam is Negropalace Belvédère van eigenaar Daan Troost.
- jazz & oorlog: tijdens de oorlog is jazz verboden, maar Katendrecht is een soort vrijstaat, hier mogen de Duitsers niet komen. De Kapenezen hebben een eigen waarschuwingssysteem. Als de Duitsers toch naderen, fietst er iemand snel naar Belvédère, daar worden de schilderijen omgedraaid en komt Hilter tevoorschijn, en spelen de muzikanten Duitse volksliederen. Zo gaat dit een tijd lang goed, tot in 1943 het te laat wordt opgemerkt, en Teddy Cotton met de overvalwagen wordt afgevoerd.
- na de oorlog wordt het hoekpand de Kit Cat Cotton Club, daarna Bioscoop de Maas, en er zijn goochelshows voor kinderen. Het pand wordt even zelfs een worstelarena; een oudere Kapenees vertelde ons over zijn worstelwedstrijden op matten tussen de kolommen van Belvédère. De verhalen over deze periode op Katendrecht zijn legendarisch, over De Meisjes, over de grote diversiteit aan café’s, winkels en ondernemers, over de clubhuizen…
- daarna wordt het hoekpand “Bazoukia nachtclub” en vervolgens “Xenos bar/nachtclub” door twee Griekse eigenaren. Tijdens deze eriode zijn op maandagochtend de serviesscherven voor de deur te vinden, waarop die nacht de Sirtaki is gedanst.
- bewoners bevechten de plek om er een museum over Katendrecht van te maken, 17 jaar lang wordt dit gedraaid met vele vrijwilligers (stichting Expositie Katendrecht). Het Rotterdams Dagblad schrijft “In alle delen van de wereld is de wijk gekend. Daarom is het zo gek nog niet dat de bewoners een eigen museum willen inrichten. De geschiedenis van de wijk is met die van geen enkele andere in Rotterdam te vergelijken.”
- bovenin het gebouw, op de tweede verdieping woont de Rotterdamse kunstenaar Wally Elenbaas, samen met zijn Joodse vrouw, de fotografe Esther Hartog. Samen helpen zij Joodse kinderen verbergen in de oorlog, en duiken tenslotte zelf onder, hier op de tweede en derde etage van dit hoekpand in Rotterdam-Katendrecht. De Kapenezen zorgen voor hen, daarom zullen Wally en Esther Katendrecht niet meer verlaten. Tijdens de stadvernieuwingsperiode zorgt Elenbaas er persoonlijk voor dat het hoekpand wordt gered van de sloop, een hele rij huizen ernaast gaat tegen de vlakte voor de bouw van een basisschool. Elenbaas woont en werkt op de tweede verdieping tot zijn dood in het voorjaar van 2008.